vrijdag 20 april 2012

Overeenkomsten en verschillen tussen PVV en NSB

Het zgn. populisme komt steeds meer aan bod in de politiek. Eerst even wat ik zie als de kenmerken van populisme:

1. Afkeer van parlementair debat, onderhandelingen en politiek in het algemeen;
2. Afkeer van "intellectuele" analyses en visies op mens en maatschappij;
3. Groot arbeidsethos: wie niet werkt zal niet eten;
4. Sterk gevoel voor wat men ziet als de "eigen groep", benadrukken van historie en traditie met betrekking tot de eigen groep.
5. Sterke identificatie met "de gewone man en vrouw".
6. Sterke gerichtheid op de aanpak van openbare orde en (vermeend) misbruik van sociale voorzieningen.

Populisme komt vooral voor aan de rechterzijde van het politieke spectrum. Bij links ziet men het nauwelijks of niet, omdat op al deze punten links verschilt van rechts. Ook links richt zich tot "de gewone man", zal men echter zeggen, maar het verschil is dat populisme ook aantrekkelijk is voor middengroepen, terwijl links het accent legt op mensen aan de onderkant van de maatschappij.

Door de afkeer van debat en argumenteren, houdt het populisme ervan "de dingen bij de naam te noemen", en "recht door zee" te gaan. Bekende politici uit het verleden met populistische trekken zijn onder anderen Dries van Agt, Hans Wiegel, boer Koekoek, en aan de linkerkant Paul de Groot (CPN), waarbij Paul de Groot zich oriënteerde op het internationale communisme als "eigen groep", in plaats van op Nederland, en op "de arbeidersklasse" in plaats van op de middengroep. Vooral Hans Wiegel was niet alleen populist, maar ook een gevreesd tegenstander in het debat, meer dan Van Agt, die zich vaak bediende van "grappige dooddoeners" die alleen bij zijn achterban scoorden. Joop den Uyl was zeker geen populist, maar wel een debater en intellectueel, zijn positie dankte hij vooral aan zijn scherpzinnigheid en zijn bijna bovenmenselijke vasthoudendheid, die ook zijn zwakte was.

De opkomst van de PVV in Nederland laat een populisme zien van zuiverder water dan dat van voormannen uit het verleden bij de "gevestigde partijen". Hiervoor heeft Pim Fortuyn de weg gebaand. Fortuyn was een teleurgesteld persoon, die het maar niet voor elkaar kreeg om bij welke partij dan ook een vooraanstaande positie te verwerven. Hierdoor had hij een haat ontwikkeld tegen de klassieke partij-organisatie en kwam tot het inzicht dat een populistische presentatie ervoor kon zorgen, dat er een meer rechtsreekse band zou ontstaan tussen de politieke leider (hijzelf) en de kiezers. Dit populisme ging hem gemakkelijk af vanwege zijn theatrale manier van optreden (bij de gevestigde partijen alleen toegestaan aan leden van de partijtop) en zijn frustratie jegens de partijen en universiteiten die hem geen vooraanstaande positie hadden "gegund".

De PVV ging nog een stap verder dan Fortuyn en koos voor openlijke Islam-afkeer. Ook Fortuyn was afkerig van de Islam, maar maakte daar geen "speerpunt" van. Wilders speelde in op de in ieder mens aanwezige gevoelens van afkeer jegens vreemdelingen die zich in al hun anders-zijn openlijk presenteren en hun rechten claimen. De PVV laat geen gelegenheid voorbijgaan in grove, populistische bewoordingen de Islam aan te vallen.

Zo komen we uit bij de aanvullende kenmerken, die van de PVV een zuiver populistische partij maken, en die haar dicht bij het nationaal-socialisme brengen. Op de verschillen tussen bv. de NSB als nationaal-socialistische beweging en de PVV ga ik hierna eveneens in.

7. Geen duidelijke maatschappijvisie of ideologie, behalve het zeer algemene "joods-christelijke traditie" en "vrijheid van meningsuiting", verwijzend naar wat de PVV (terecht) ziet als ontbrekend bij de Islam.
8. Duidelijker anti-europeïsme dan ooit tevoren bij enige partij.
9. Afwijkend taalgebruik: belediging, ridiculisering en straattaal zijn voor de PVV gemeengoed geworden in het "debat".
10. Alle kenmerken van populisme als boven genoemd, zijn bij de PVV versterkt en openlijk uitgesproken aanwezig.

Ook het nationaal-socialisme had geen duidelijke maatschappijvisie of ideologie, behalve het zeer algemene "Germaanse volkseigen" en "leidersprincipe". Het leidersprincipe was een breekijzer om de gevestigde orde die op meerderheidsbesluiten berustte, omver te werpen. Andere partijen dan de eigen partij werden geminacht en beledigd, en uiteindelijk verboden. De vrijheid van meningsuiting die de PVV zo hoog in het vaandel heeft staan, geldt alleen voor de eigen uitspraken en verkondigingen: andere worden consequent belachelijk gemaakt, dat geldt zeker voor Islam-vriendelijke uitspraken. Zodoende wordt het een breekijzer tegen de "gevestigde orde". Debat of argumenteren is de PVV ten enen male vreemd, ook het nationaal-socialisme kende geen debat, maar slechts verbale aanvallen en scheldpartijen.

Het nationaal-socialisme ontstond in een tijd waarin maatschappelijke stromingen zich duidelijk manifesteerden in duidelijke organisaties met afdelingen en functionarissen. Liederen, uniformen, kantoren, massabijeenkomsten enz. lieten duidelijk zien waar men stond en wie men was. Dat gold niet alleen voor de nationaal-socialisten, maar ook voor de communisten, socialisten en zelfs kerken. Het sprak dus a.h.w. vanzelf, dat rondom bv. de NSB een hiërarchische, bijna para-militaire organisatie ontstond. Nog sterker gold dat in Duitsland, waar het leger en de partij zich onder één leider schaarden. In onze tijd is zoiets onmogelijk. Introductie van een uniform of partijlied zou de doodsteek voor de PVV betekenen. Ook het gebruik en bezit van wapens, in de twintiger en dertiger jaren bij de nazi's gemeengoed, is hier en nu ondenkbaar en wordt door verreweg de meeste PVV-stemmers verafschuwd.

Toch zijn de gevoelens hetzelfde, hoewel minder sterk dan toen. Ook de NSB had niet de sterke jodenhaat die het rabiate nazisme kenmerken. Ook de PVV kent niet die haat ten opzichte van moslims, maar "slechts" grote afkeer van de godsdienst, die zij een gevaarlijke en gewelddadige ideologie noemen. Dat er geen partij-organisatie is, zoals bij de NSB, vormt onderdeel van het zich afzetten tegen de bestaande traditie van de gevestigde partijen, stemmen alleen is genoeg. Qua ideologie schaart de PVV zich net als de NSB ter rechterzijde, en gaat net als destijds de NSB fel tekeer tegen alles wat links is. Een links kabinet wordt bijna gezien als bezet worden door een buitenlandse mogendheid. Net als het nationaal-socialisme destijds komt de PVV wel op voor linkse programmapunten zoals bescherming van voorzieningen in de zorg en voor ouderen. Net als bij het nationaal-socialisme wordt er fel van leer getrokken tegen alles wat in het buitenland gebeurt en waar Nederland bij betrokken is, zoals ontwikkelingssamenwerking, overzeese delen van het koninkrijk (boevenbende die op marktplaats gezet kan worden), de Europese Unie (die ons opzadelt met lastige buitenlanders die de banen bezetten van Nederlanders die aan het werk moeten in plaats van uit de staatsruif te eten), het immigratiebeleid (mede bepaald door buitenlandse organen), dubbele paspoorten enz. Ook al predikt de PVV tolerantie, zelf is zij verre van tolerant, zelfs achterdochtig. Zie ook de herhaalde botsingen tussen de koningin en Wilders, telkens wanneer deze iets meent, of gezien haar functie uitspreekt of doet, dat mogelijk niet overeenkomt met de Islam-afkeer van Wilders.

De NSB was meer een eigen cultuur dan de PVV. Men had volgens de traditie van die tijd, eigen vlaggen, speldjes, logo's, uniformen en organisatie, en ook een eigen (ouderwets aandoend) taalgebruik. Openlijk sprak men uit graag onder de leiding van een vreemde mogendheid te willen staan, terwijl de PVV dat juist niet wil. Echter, die wens werd door de NSB pas later uitgesproken, in het begin wilde men een "groot Nederland" (Nederland plus Vlaanderen). De PVV wil dat Europa een bolwerk wordt tegen immigratie uit vooral Islamitische landen, maar als Europa dat niet wil, dan maar vanuit Nederland de immigratie tegengaan, en het "bestuurlijk wangedrocht" Europese Unie van binnenuit bestrijden. Het herhaaldelijk schofferen van de Turkse president laat zien hoe ver Wilders kan gaan in deze opvatting. Wie zijn mening niet deelt, wordt uitgescholden of belachelijk gemaakt (zie ook Job Cohen).

De PVV koestert dezelfde gevoelens voor "nationale vrijheid" als de NSB, maar verpakt ze anders, en uit ze veel minder scherp. Wilders en Bosma kennen de gevoelige plekken van de kiezers heus wel. Integendeel, men zegt westerse, joods-christelijke waarden te verdedigen. Dat die waarden ook tolerantie ten opzichte van anders-denkenden inhouden en respect voor parlement, politieke partijen en staatshoofd, ontgaat hen herhaaldelijk. Zelfs de lieveling van ook veel PVV-stemmers, de koningin, moet het ontgelden in de zendingsdrang van Wilders, die zijn republikeinse gevoelens niet kan verbergen en ze net zo hard uit als hij in de Tweede Kamer en op twitter gewend is. Zij het net niet met het woordje "republikeins" erbij. En tolerantie ten opzichte van kritiek op de PVV is niet aan de orde. Niet met argumenten, maar met denigerende en belachelijk makende opmerkingen wordt die van tafel geveegd.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten